De rib van Kalafar


• Albumnummer: 138



• Jaar van uitgifte: 1986

• Aantal pagina's: 48


Bij een wandeling vinden Jommeke, Flip en Filiberke een omslag met daarin een foto van een geraamte. Op de rechter rib van het skelet staan tekens gegrift. Professor Gobelijn kan de tekens ontcijferen. De zevende linkerrib moet gezocht worden. Gobelijn trekt samen met Jommeke en Filiberke naar Afrika waar ze al vlug tekens terugvinden van de ontdekkingsreiziger Ari Safarimo. Koppensnellers nemen hen echter gevangen. Deze laatsten zijn rechtstreekse afstammelingen van Kalafar en ze bewaken de bewuste rib. Het stamhoofd beslist intussen dat ze de rest van hun leven bij de stam moeten blijven. Flip kan de rib bij de professor brengen zodat deze weer de tekens kan noteren. Flip legt probleemloos de rib weer op zijn bewaakte plaats. Jommeke en zijn vrienden krijgen nu de opdracht om de overblijfselen van de koppensnellers hun stamvader terug te brengen. Op hun zoektocht ontmoeten ze twee oude bekenden, professor Calabas en Pedro Carottos. Deze twee nemen Jommeke en zijn vrienden gevangen. Flip wordt, gelukkig zonder erg, zelfs neergeschoten en komt terecht bij een oude man. De oude man kan Jommeke en zijn vrienden bevrijden en de twee ongure elementen worden overmeesterd. De oude man toont hun de schat van Kalafar. De koppensnellers krijgen de schat, professor Gobelijn de rib als beloning.