De appelvreters


• Albumnummer: 167



• Jaar van uitgifte: 1992

• Aantal pagina's: 48


De koningin van Kachar el Nachar zoekt Jommeke op. Ze heeft aanvallen van hevige jeuk. Professor Gobelijn stelt vast dat het gaat om de faraomier. Deze reuzemier bedreigt de piramide van de koningin. De mieren zijn echter verzot op appels. Een ambtenaar van het ministerie van monumentenzorg komt ter hulp met een aantal werklieden. Door een kuil te graven en daar appels in te gooien kunnen de mieren uit de piramide gelokt worden. Met kleefstof kunnen ze vernietigd worden. Iedereen keert met een gerust hart huiswaarts. Een paar weken later heerst er in Zonnedorp een plaag van faraomieren. Een oude woning stort zelfs in door het graafwerk van de mieren. Professor Gobelijn stelt een verdelgingsmiddel samen. Eén ingrediënt kan slechts na veel inspanning bekomen worden, namelijk menselijk zweet van een Egyptische koningin. Eens het middel in gebruik is genomen verdwijnen de mieren binnen de kortste keren.