Fifi en Pekkie zijn ondeugend en krijgen op hun donder. Ze muizen er samen vanonder. Jommeke, Filiberke, de gravin van Stiepelteen en Tobias gaan op zoek naar de verdwenen honden. Bij de haven wordt een spoor gevonden. Met de vliegende bol vertrekken ze zuidwaarts naar Porta Libra. Op een vismarkt blijkt al een tijdje hondenterreur aan de gang. De honden beroven er de mensen. Flip gaat op onderzoek en vindt Fifi en Pekkie. De beide honden zijn echter onder hypnose gebracht, net als een stel andere honden. Verkleed als inspecteurs van de diereninspectie kunnen Jommeke en zijn vrienden de honden bevrijden en terug huiswaarts keren. Een half jaar later duiken de ongure figuren, die de honden onder hypnose brachten, weer op en ze ontvoeren Fifi. Fifi kan opgespoord worden dankzij het ingeplant zendertje in zijn oor. Op de noordpool vangen de ongure figuren ijsberen. Met een list kunnen de boeven op de vlucht gejaagd worden. Tijdens hun vlucht komen deze laatsten ongelukkig ten val met hun sneeuwscooter en kunnen vervolgens gevangen genomen worden. Eenmaal terug thuis organiseert de gravin van Stiepelteen een feestje.
