Groene Haring


• Albumnummer: 244
   Scenario/Tekeningen: Gerd Van Loock
   Inkleuring: Agnes Nys

• Jaar van uitgifte: 2008 ↣ 5 september

• Aantal pagina's: 48


Jan Haring vaart in de noordelijke wateren als plots zijn aandacht getrokken wordt door een gewonde walvis. Hij verlost het dier van een harpoen en een touw. In een nabij gelegen vissershaven wil hij klacht gaan neerleggen tegen walvisjagers maar besluit eerst om even van zijn emoties te bekomen in de plaatselijke kroeg 'De Dørstige Møssel'. Er ontstaat al vlug een woordenwisseling met de aanwezige kapitien en matrozen die beweren enkel kabeljauwvissers te zijn en niets met walvisvangst te maken te hebben. De zeelui stappen op en één van hen gooit ongemerkt een pilletjes in het drankje van Jan Haring. Jan besluit om de zeelui te volgen en ze te ontmaskeren. Even later wordt hij zo ziek dat hij enkel nog huiswaarts kan keren. Enkele dagen later klopt hij doodziek en helemaal groen bij Jommeke aan. Ze gaan meteen naar de dokter en deze verwijst hen naar een psychiater door. Als ook hier geen hulp wordt geboden is professor Gobelijn het laatste redmiddel. Deze kan ook niet echt iets vinden maar heeft als oplossing de schoktherapie: Jan Haring moet zo snel mogelijk weer gaan varen. Samen met Jommeke, Flip, Filiberke en Pekkie kiest de kapitein het ruime sop. Eens terug in de noordelijke wateren ontmoeten ze niet zo vriendelijke zeelui. Deze laatsten boren gaten in de romp van De Kuip en willen hem vervolgens op de gevaarlijke Drakentandklippen laten lopen. Gelukkig zijn er de walvissen, die niet vergeten zijn dat Jan Haring één van hen heeft gered, die kunnen voorkomen dat De Kuip zinkt. De kapitein van de walvisjagers merkt dat er kinderen aan boord zijn van de zinkende Kuip en laat ze door zijn matrozen ophalen en sluit hen vervolgens in het ruim van zijn schip op. Intussen is Jan Haring door het contact met het koude zeewater weer helemaal bij zijn positieven en herstelt zijn schip. Filp slaagt er wat later in om de sleutel van de kajuit, waarin Jommeke, Filiberke en Pekkie zitten, te bemachtigen en komt ook te weten dat Jan Haring met een pilletje zeeziek werd gemaakt. Eens de vriendjes vrij gaat het snel. Ze bemachtigen een tube pilletjes en kunnen die door de kofiie van de ongure elementen mengen. Deze laatsten zien er dan ook al vlug ellendig groen uit. Hun schip zinkt en in de reddingssloep wordt het hele verhaal van de pillen, de walvisvangst en het grote geld dat er mee gemoeid was uit de doeken gedaan. Jan Haring pikt iedereen weer op en de boeven worden aan land afgeleverd. De vrienden keren opgewekt huiswaarts.