De keizer van Tuktut


• Albumnummer: 263
   Scenario/Tekeningen: Philippe Delzenne
   Inkleuring: Agnes Nys

• Jaar van uitgifte: 2013 ↣ 13 februari

• Aantal pagina's: 48


In de dichte mist dobbert Jan Haring met 'De Kuip', in de buurt van Kaap Hoorn, rond. Een plots opstekende storm werpt 'De Kuip' op een ijsberg. Door dit gebeuren krijgt Jan Haring het gezelschap van twee pinguins. Wanneer wat later zijn schip weer vrij geraakt zet hij koers naar de noordpool. Enige tijd later komt hij aan bij de eskimogemeenschap, de Tuktutianen, en verblijft er een tweetal weken. De pinguins blijven te plaatse.
Een jaar later heeft de kapitein Jommeke en zijn vrienden uitgenodigd om mee te reizen naar het eiland Tuktut. Bij aankomst wordt Choco meteen de held van de dag na een redding van een eskimojongetje uit het koude zeewater. Het weerzien van Jan Haring en de pinguis is bijzonder hartelijk. Blijkt dat de mannetjespinguin, Amorok, genaamd, over een speciale gave beschikt en de eskimo's hebben hem daarvoor de titel van keizer gegeven. Hij demonstreert meteen zijn gave door de voorpelling van een gevaarlijke ijsbeer perfect te laten kloppen. Jommeke en zijn vrienden vermaken zich best in de omgeving van sneeuw en ijs. Niksik, de vriendin van Amorok, merkt wat later een vliegtuig op. Snel wordt duidelijk dat Herbert von Humboldt, een nakomeling van een beruchte zeerover, de schat van zijn voorvader wil bemachtigen. Hij heeft daarvoor wel de hulp van een oranje pingu-pinguin nodig. Hij slaagt er vrij vlug in om Niksik te ontvoeren. Het duurt even voor alles duidelijk wordt onder de verwoede poginigen van de eskimomedicijnman, maar eens het verhaal duidelijk tracht Jommeke de hulp van professor Gobelijn in te schakelen. Deze laatste is eens te meer verstrooid en stuurt Bert, de vader van de Miekes, richting Tuktut. Een dag later blijkt ook Amorok verdwenen te zijn. Een zoektocht levert niets op. Door toeval komt Amorok bij Herbert von Humboldt terecht die hem meteen opsluit. Via een stuk oud krantenpapier komen Jommeke en zijn vrienden de pinguins weer op het spoor. Een knecht van Herbert doet onder dwang het hele verhaal van de fabelachtige schat die zijn baas zoekt. Intussen is Herbert er in geslaagd de schat daadwerkelijk te vinden. Wanneer Bert en Choco zich als geesten voordoen kunnen de handlangers van Herbert verjaagd worden en wordt hijzelf snel bij de lurven gevat. Hij toont het nodige berouw en schenkt zelfs het eilandje waar de schat zich bevindt aan het verliefde koppeltje pinguins.