De vuurdraak


• Albumnummer: 296
   Scenario/Tekeningen: Philippe Delzenne
   Inkleuring: Agnes Nys

• Jaar van uitgifte: 2019 ↣ 4 september

• Aantal pagina's: 48


In de buurt van de Chinese Muur geraakt een terreinwagen van de weg. Een rode panda kan hierdoor uit een kooi, bij de lading, ontsnappen.
Een week later brengen Jommeke en zijn vrienden een kort bezoek aan de Chinese Muur. Ze zijn met professor Gobelijn onderweg naar diens Chinese collega, professor Obo Gongbalou. Choco haalt op de muur gekke capriolen uit en komt zo bij de rode panda terecht. Ze sluiten vriendschap. Wanneer besloten wordt de reis verder te zetten wordt ook de panda meegenomen want het dier bevindt zich ver van zijn natuurlijke habitat.
Chips, de robotdienaar van professor Obo staat hen op te wachten.
Een dag later zijn Annemieke, Choco, Chips en de rode panda op stap. Ze worden opgemerkt door Thorax en Carapax. De twee ongure figuren volgen het gezelschap. De daarop volgende nacht proberen ze de rode panda te ontvoeren. Gelukkig is er Pekkie die alarm slaat. Daarop besluit Jommeke om de wacht te houden. Hij dommelt echter in en Carapax lukt er in de vliegende bol te stelen. Gobelijn wordt via de afstandsbediening van de bol gealarmeerd. Hij laat de bol terugkeren maar door de handelingen van Carapax volgt een onzachte landing. Het onguur figuur wordt gevangen gezet.
Wat later komt Flip een en ander te weten van de kompaan van Carapax en kan deze met een flinke kwauw op de vlucht laten slaan. Thorax, de vluchter, brengt zijn bazin, madam Pelza, op de hoogte. Intussen vertrekken Jommeke, Flip, Annemieke, Chips en de rode panda met de Obodrone richting Himalaya. Daar hoort de panda immers echt thuis.
De twee professoren nemen tijd voor een yoga-oefening. Madam Pelza en Thorax kunnen Carapax bevrijden. Ze komen ook achter de reisroute van de Obodrone. Rozemieke, Filiberke en Pekkie worden door de boosdoeners opgesloten.
Jommeke weet madam Pelza in eerste instantie te verschalken. Maar de rode panda valt toch weer terug in de handen van de ongure figuren.
Rozemieke, Filiberke en Pekkie kunnen zichzelf bevrijden en worden wat later geïnformeerd door Jommeke. Madam Pelza komt nogal onzacht tot een landing met haar vliegende auto. De twee professoren komen nu aan met een ietwat vreemsoortig vliegend tuig. Flip kan nog extra info overbrengen betreffende de locatie van madam Pelza die een grot is binnengegaan. Van een plaastelijke bewoner krijgen ze te horen dat in de grot een vuurspuwende draak woont. Het gezelschap gaat toch op onderzoek en staat al snel oog in oog met een draakje. Wat meteen duidelijk wordt is dat het dier tandpijn heeft. Het draakje wordt verdoofd en overgebracht naar de woonplaats van professor Obo. Intussen worden madam Pelza en haar handlangers ingerekend.
Het draakje is intussen verlost van zijn tandpijn en spuwt ook geen vuur meer. De rode panda en het draakje zijn groot nieuws doorheen heel China.
Met een gehavende vliegende wol wordt de tocht huiswaarts aangevat. Een tussenstop in de Himalaya is voorzien om daar de rode panda in zijn natuurlijke omgeving vrij te laten.