De Zonnewinder, het grote schip van Sinterklaas, komt in een storm terecht. De speelgoedcontainers worden heftig door elkaar geschud en eentje slaat zelfs overboord.
In Zonnedorp maken Jommeke en zijn vrienden hun brief voor de Sint klaar, ook Anatool en Kwak en Boemel. De koningin van Onderland heeft echter een boos plan met een nepbrief en sinterklaaskoek om zo Jommeke in een slecht daglicht te plaatsen.
Intussen spoelt de losgeslagen container op Pimpeltjesland aan. Pimpelo ontdekt de container en wat later kunnen de Pimpeltjes zich uitleven met het speelgoed dat perfect naar hun maat is.
Wanneer De Zonnewinder in de haven gelost wordt, wordt duidelijk dat een container ontbreekt. Sinterklaas merkt dan dat de boot van zijn goede vriend Jan Haring in de buurt aangemeerd ligt. Ook Jommeke en Filiberke zijn daar aan boord. Het hele verhaal van de verdwenen container wordt besproken. Jan Haring besluit, met het gezelschap van Jommeke, Filiberke, Pekkie en Flip, de container te gaan zoeken. De zeereis brengt De Kuip in de buurt van Pimpeltjesland. Flip maakt van de gelegenheid gebruik om de Pimpeltjes te gaan begroeten. Wanneer Flip terug aan boord van De Kuip komt heeft hij een Pimpeltje mee en de boodschap dat de container op het eiland is aangespoeld. Met koning Pimpelpap wordt overlegd en het speelgoed gaat met De Kuip weer mee richting andere kant van de wereld. Al snel na het vertrek van De Kuip wordt duidelijk dat prinses Pimpellela zich nog in een poppenhuis moet bevinden dat op het schip van Jan Haring ergens tussen de lading staat.
Met de hulp van de ooievaar van Begonia wordt Pimpelo naar Zonnedorp gebracht. Eens daar weet Jommeke wat er aan de hand is. Meteen wordt een zoektocht naar de prinses gestart. Pimpellela is ondertussen uit de loods, waar de Sint alle speelgoed in afwachting van grote dag heeft ondergebracht, de wijde wereld ingetrokken.
Wanneer Jommeke en zijn vrienden in de buurt van de loods de prinses zoeken wordt een spoor gevonden dat richting Zonnedorp wijst.
Eens terug in Zonnedorp krijgt Jommeke een brief van de koningin van Onderland. Hij zou zich best overgeven aan haar als hij wil dat de prinses wordt vrijgelaten.
Jommeke beraamt een plan en met de hulp van de Sint en de Pieten kunnen Jommeke, Filiberke en Pimpelo ongemerkt in het kasteel van de koningin geraken. Pimpellela wordt snel gevonden en bevrijd. De koningin ruikt echter onraad en plots staat ze oog in oog met Jommeke. Flip kan met een gevonden muizenval de koningin een pijnlijke neus bezorgen. De Sint schiet zelf ook ter hulp en weet de koningin in zijn grote zak op te sluiten. Hij zal haar meenemen naar zijn kasteel waar ze als poetshulp zal ingeschakeld worden.
Alle kinderen krijgen hun cadeautje van de Sint als de grote dag is aangebroken.
Een week later worden ook de Pimpeltjes met een bezoek vereerd en uit het meegebrachte poppenhuis verschijnt prinses Pimpellela samen met Pimpelo. Een groot dankfeest sluit dit avontuur af.
