Op Paradijseiland begint het te sneeuwen. De apen zijn zijn verbaasd maar vinden het wel leuk. Wat later komt Jan Haring bij Jommeke aankloppen. Hij vertelt opgewonden dat Paradijseiland onder een sneeuwtapijt ligt. Eens van zijn verbazing bekomen loopt Jommeke richting professor Gobelijn. Deze kan ook moeilijk geloven dat er sneeuw op het eiland ligt. Er wordt besloten om poolshoogte te nemen. Eens op het eiland aangekomen is het toch wel even bekomen. Het is er ijskoud en alles ligt onder een dik sneeuwtapijt. Al snel vinden ze de apen al bibberend in het dorp. Er wordt en vuur aangelegd zodat de apen zich toch wat kunnen verwarmen. Filiberke en Flip worden met de vliegende bol naar Zonnedorp gestuurd om kledij, dekens en andere warmhoudende spullen te gaan halen. Jommeke en Gobelijn blijven op het eiland om uit te zoeken wat er precies mis is met het weer. Volgens de professor is er niets mis met de natuur maar wordt die wel beïnvloed door iets of iemand. Even later merken ze twee vreemde figuren op. Ze volgen de mannen en komen zo te weten dat er een schip voor de kust ligt. Tijdens de volgende nacht kan Jommeke aan boord van het schip geraken. Helaas wordt hij snel opgemerkt en hardhandig bij een vreemde professor gebracht. In het gesprek dat volgt wordt duidelijk dat de vreemde professor Gobelijn kent en hij diens hulp nodig heeft. Professor Gobelijn moet de in de soep gedraaide sneeuwmaker mee helpen herstellen. Eens Gobelijn aan boord wordt een en ander uitgeklaard en gaan de twee professoren aan de slag. Het wil niet direct allemaal lukken. Enige tijd later komen Jan Haring, Filiberke en Flip aan met een vracht winterspullen. Iedereen heeft het nu tenminste warm in afwachting dat de winterperiode op het eiland een einde neemt. Uiteindelijk slagen de twee professoren er in alles onder controle te krijgen en ziet Paradijseiland er na enkele dagen weer mooi groen uit. De vreemde professor is al nieuwe plannen aan het uitbroeden ... maar Jommeke en zijn vrienden gaan er toch van uit dat hij geen onheil meer gaat aanrichten.
Enkele maanden later echter zal de sneeuwmachine wederom ingeschakeld worden. In een rijk oliestaatje wil oliesjeik Youssef Ben-Oli-Bol dat er in de woestijn sneeuw komt te liggen. Zijn dochter wil dit zodat ze zich zou kunnen ontspannen. Ahmed, de raadsman van de sjeik, wordt er op uitgestuurd om een oplossing te vinden. Na wat zoekwerk komt deze bij professor Gobelijn terecht. De oplossing ligt voor de hand. De vreemde professor, Gianluca Meteorite, zijn sneeuwmachine inschakelen als hulpmiddel. Er wordt koers gezet naar Sicilië, waar de professor verblijft. De situatie wordt uit de doeken gedaan en de sneeuwmachine wordt door de mannen van professor Meteorite naar het oliestaatje gebracht. Guiseppe, de baas van de hulpjes van de professor, heeft echter andere plannen in gedachte. Wat Guiseppe niet weet is dat ook Jommeke en zijn vrienden naar het olistaatje afreizen. Eens alles en iedereen daar wordt de sneeuwmachine opgestart en wat later ligt er een mooi sneeuwtapijt. De sneeuwpret kan beginnen.
Guiseppe en zijn trawanten ontvoeren echter professor Meteorite en droppen hem in de woestijn om vervolgens de sneeuwmachine te willen inpikken. Met een dramatisch verhaal brengen ze de oliesjeik op de hoogte ... maar voor ze helemaal uitgesproken zijn duikt Jommeke op samen met de door hem geredde professor. De boosaards wordt gestraft en na enkele dagen extra sneeuwpret kunnen Jommeke en zijn vrienden tevreden huiswaarts keren.
Dit album verscheen eerder als 'kortverhaal' (2007). Het betrof enkel de eerste helft van het verhaal dat zich afspeelde op Paradijseiland.
