Jommeke ligt rustig een boek te lezen. Plots hoort hij zijn vader in een niet al te beste bui. Teofiel gooit immers zijn computermonitor de deur uit. Al vlug is duidelijk dat de computer niet echt goed werkt. Jommeke en Filiberke trekken dan maar naar professor Gobelijn met de vraag om een computer, die niet af en toe kuren krijgt, te bedenken. Gobelijn is intussen echter al ver gevorderd in het domein van de computer. Hij heeft zelfs een diskette klaar die alle computers van hun problemen af helpt. Hij vraagt dan ook aan Jommeke en Filiberke om de diskettes aan de inwoners van Zonnedorp te bezorgen. Met een doos vol vertrekken ze. Eens buiten worden ze zo goed als omvergelopen door Fifi. De diskettes vliegen in het rond. Van de gravin van Stiepelteen vernemen ze dat ook Odilon door de computer gefascineerd is. Ze geven een diskette met de gravin mee. Ze trekken rond in Zonnedorp. Anatool vindt zo een diskette en meteen denkt hij al aan geld verdienen. Een dag later zijn alle diskettegebruikers in een vreemde toestand. Op hun hoofd groeit een kleine antenne. Het @-computervirus heeft toegeslagen. Gelukkig kan Gobelijn snel via een e-mailtje het @-virus onschadelijk maken.
