Tijdens een onweer zoeken Jommeke en Filiberke beschutting bij professor Gobelijn. Ze vinden hem bewusteloos in de tuin. Hij heeft door het stormweer een steen tegen het hoofd gekregen. Gelukkig komt hij al snel weer bij. Hij wordt in een zetel geholpen om wat te rusten. De volgende dag gaat Jommeke opnieuw langs maar alles zit potdicht. Wanneer Teofiel enkele dagen later het gras maait krijgt hij plots een vuurpijl tegen het achterwerk. Aan het restant van de vuurpijl vinden ze een papier met de naam 'Witte Wreker' op. Wat later valt Charlotte van een ladder tijdens het ruitenwassen. Naast de ladder ligt weer een papiertje van de 'Witte Wreker'. Teofiel moet het nogmaals ontgelden. De banden van zijn auto zitten vol spijkers als hij thuis wil weg rijden. Weer een papiertje van de 'Witte Wreker'. Nog wat later wordt een touw van de schommel bij de Miekes doorgesneden. De Witte Wreker terroriseert stilaan het hele dorp. Filiberke tracht de wreker in de val te lokken. Dit lukt niet echt en zijn vader wordt het onschuldige slachtoffer. Bij de gravin van Stiepelteen duikt nu ook een 'Witte Wreker' op, maar het blijkt een vermomde Anatool te zijn die van de hele situatie nog extra misbruik wil maken. Hij wordt dan maar opgesloten maar de echte 'Witte Wreker' is nog steeds op vrije voeten. Waneer hij Marie als slachtoffer uitkiest slaagt Jommeke er in om hem te volgen en komt zo bij het huis van Gobelijn terecht. Na enige strubbelingen en de hulp van een tak wordt het raadsel ontrafeld. Gobelijn blijkt tijdelijk niet bij zijn zinnen te zijn geweest en weet eigenlijk niet wat hij allemaal heeft uitgespookt. Jommeke, Flip, Filiberke en de professor besluiten om alles geheim te houden en de rust keert in Zonnedorp weer.
