Jommeke en Filiberke zijn op kampeertocht. Onderweg ontmoeten ze professor Savieren. Hij vertelt hun over een roemrijk ridder, Rumbert van Bovegem. Ze trekken verder en slaan wat later hun tent op bij een neef van boer Snor. Deze laatste vertelt hen nog een en ander over het kasteel van Rumbert. Jommeke en Filiberke trekken naar het kasteel maar geraken er niet binnen. Wanneer ze 's nachts een vreemde figuur zien rondsluipen volgen ze deze en komen zo weer bij het kasteel. Er wordt een raam opengemaakt en Anatool verschijnt. Even later komt de als ridder gekleede figuur in het water terecht. Ze helpen hem op het droge. Het blijkt een helper te zijn van de vroegere graaf die hem het kasteel heeft nagelaten via zijn testament, maar Anatool heeft het ingepikt via een vals testament. Jommeke en Filiberke stellen aan Rigo, zo heeft de helper zich voorgesteld, voor om hem een handje te helpen om zijn kasteel terug te krijgen. Rigo wordt echter door Anatool verschalkt en opgesloten. Met een list weten ze het echte testament in handen te krijgen. Anatool komt even later in een vergeetput terecht. De echte erfgenaam zorgt voor een feest met als attractie een vergeetput met een echte gevangene.
