'Te pijte eren un daal iz tog frij choet te ferztaan.'
Kwak-regels
Regel 1:
Bij een woord dat begint met een klinker
en bij een tweede woorddeel waarbij als eerste letter een
klinker staat, plaatst hij steeds
de letter H/h.
Voorbeelden: ik
wordt hik;
daarin wordt daarhin;
Regel 2:
In een samengesteld woord waarin zich
een lange klank bevindt plaatst hij eveneens een h voor de
klinker van het tweede deel.
Let op: deze regel wordt slechts
sporadisch toegepast, dus niet op alle samengestelde woorden.
Voorbeelden: stilaan
wordt stilhaan;
maïsolie wordt maïsholie.
Regel 3:
Bij woorden die beginnen met een H/h en bij woorden met een h in hun samenstelling laat hij deze weg.
Voorbeelden: heeft
wordt eeft;
geheime wordt geëime.
Boemel-regels
Regel 1:
Een b wordt een p.
Voorbeelden: een
boom wordt een poom;
ik ben wordt ik pen.
Regel 2:
Een p wordt een b.
Voorbeelden: stoppen
wordt stobben;
pakken wordt bakken.
Regel 3:
De letter v spreekt hij uit als een f.
Voorbeelden: een
vaas wordt een faas;
vlug wordt flug.
Regel 4:
De letter f wordt een v.
Let op: deze regel wordt slechts
sporadisch toegepast, dus niet op alle woorden.
Voorbeelden: fles
wordt vles;
flink wordt vlink.
Regel 5:
De d verandert in een t.
Voorbeelden: doodgewoon
wordt tootgewoon;
drie wordt trie;
Regel 6:
De t wordt een d.
Let op: deze regel kent een zeer
beperkt gebruikt, vooral in het eerste deel van de 200 albums.
Voorbeelden: water
wordt wader;
Anatool wordt Anadool.
Regel 7:
Een z wordt een s.
Voorbeelden: van
zoeken maakt hij soeken;
gezwollen wordt geswollen.
Regel 8:
Een s wordt een z.
Let op: deze regel kent een zeer
beperkt gebruikt, vooral in het eerste deel van de 200 albums.
Voorbeelden: snel
wordt znel;
solfer wordt zolfer.
Regel 9:
g wordt ch.
Let op: deze regel werd hoofdzakelijk
in de eerste helft van de 200 albums sporadisch gebruikt.
Voorbeelden: grote
wordt chrote;
geluk wordt cheluk.
Regel 10:
ch wordt g.
Let op: deze regel werd hoofdzakelijk
in de eerste helft van de 200 albums sporadisch gebruikt.
Voorbeelden: gebruik
wordt chebruik;
eigenlijk wordt eichenlijk.
Regel 11:
Zelfstandige naamwoorden krijgen als laatste letter bij voorkeur ook een t als er een d staat.
Voorbeeld: mand wordt mant.
Bij voltooide deelwoorden blijft de
laatste letter behouden.
Het wordt natuurlijk iets moeilijker
als verschillende regels in één woord worden toegepast.
Voorbeelden: zo
wordt bibbervent pipperfent;
professor wordt brovezzor;