HISTORISCHE CORRECTHEID

Arme mensen die lang geleden een brief schreven naar een armenzorginstelling bijvoorbeeld, deden hun uiterste best om hun taalgebruik aan te passen. Dat moet geen evidentie geweest zijn!
Velen van hen hadden amper de pen ter hand genomen. Ze gingen als kind nauwelijks naar school, omdat ze thuis hielpen om de eindjes aan elkaar te knopen. Bovendien spraken ze in hun dagelijkse leven enkel een plaatselijk dialect.

Ze waren er zich van bewust dat dialect niet thuishoorde in een belangrijke brief naar een hooggeplaatst persoon. Ze wisten bovendien bijvoorbeeld verbazend goed dat je misschien wel 'onger' zei, maar 'honger' moest schrijven. Ze begrepen precies waar die 'h' dan hoorde te staan, ook al spraken ze die nooit uit! Natuurlijk lukte het niet altijd even goed en glipte er soms een dialectuitspraak binnen. Dan is onder andere te lezen in oudere geschriften: "ik oope dat ue dat niet kwalyk suld neemen."
Heel soms ging de briefschrijver zelfs wat te ver in het ontwijken van dialect ↣ hij of zij overcompenseerde en schreef zo "halstublieft" in plaats van 'alstublieft'.


De schrijver van het bovenstaande document schrijft hier 'hantwoort' voor 'antwoord'.

Het moet een bewuste strategie zijn geweest van deze laaggeschoolde briefschrijvers om naargelang de situatie bepaalde woorden of zinnen te gebruiken die ze geschikt vonden. Ze putten uit hun beschikbare taalmiddelen om hun boodschap zo fatsoenlijk mogelijk over te brengen. De brief die ze schreven was namelijk van levensbelang. Het was cruciaal om een goede indruk te maken, want hun verzoek moest een positief vervolg krijgen. Je zou het enigszins kunnen vergelijken met een sollicitatiegesprek. Ook daar wil je absoluut een goede eerste indruk maken. Daarom kies je er waarschijnlijk voor om je zondagse kleren aan te trekken, boen je je schoenen en zorg je ervoor dat je haar netjes ligt.

Kwak en Boemel hun taaltje heeft zodoende overduidelijk verbindingen met het negentiende eeuws schrijftaalgebruik van de armeren in de maatschappij.
Vermits zij ook de rol van landlopers hebben toegemeten gekregen, een armere situatie, is dit een historisch correct geplaatst gegeven dat weliswaar nog wat extra aanverwante taalkneepjes kreeg door Jef Nys. We kunnen stellen dat de onderliggende boodschap hier meer is dan enkel de twee zwervers wat vreemd woordgebruik te laten hanteren maar voor de gevorderde lezers een extraatje qua heemkundige invalshoek.

Bron: EOS - Jill Puttaert