DE TAAL VAN KWAK EN BOEMEL

De professor verspreekt zich geregeld,
maar Kwak en Boemel spreken toch ook wel een zeer merkwaardig taaltje.
Ze hebben het van geen vreemden ...
hun moeders spreken het ook allemaal zo uit.
Je zou het een dieventaaltje of ondergronds taaltje kunnen noemen.
Vergeet misschien ook het volgende niet:
'Te pijte eren un daal iz tog frij choet te ferztaan.'
En ... ze geraken ook geregeld betrokken bij minder frisse zaakjes.